NOTEN

(0) Van 14 (= 3%) tussen 1612 en 1639 naar 178 (= 14%) tussen 1640 en 1700 (zie het boek van J.R. Bruijn en L. Hacquebord Een zee van traan. Vier eeuwen Nederlandse walvisvaart, 1612-1964. Zutphen, Walburgpers, 2019).

(1) Zie in het 38ste deel van het Economisch en sociaal historisch jaarboek (Den Haag, Martinus Nijhof, 1975) het artikel Jonas vrij van Dr.J.R. Bruijn en C.A. Davids (pagina 171).

(2) Zie pagina 924 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(3) Zie pagina 903 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(4) Een vadem is een oude lengtemaat. Sta met gespreide armen: de afstand tussen je handen is nu precies de lengte van 1 vadem, ook wel afgekort tot vaam.

(5) Zie pagina 924 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(6) Zo komt het dus dat we de naam van Willem de Vlamingh helemaal in het stadsarchief van Rotterdam tegenkomen! Zie de akte van 12 september 1664 van notaris Jacob Delphius.

(7) Resolutie van de Staten-Generaal op 13 april 1596.

(8) Door Nicolaes Witsen consequent geschreven als Zemla zonder B, maar voor de leesbaarheid schrijven wij overal gewoon Nova Zembla.

(9) Zo vond hij veel kristal op de top van een witte berg, die hij vervolgens de Kristalberg noemde (Tartarye, p.926).

(10) Zie pagina 924 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(11) Resolutiën  van de Staten-Generaal 23 en 28 juli 1664 en 16 december 1664.

(12) Zie de Resolutiën van de Staten-Generaal van 22 januari 1665.

(13) Zie pagina 901 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(14) Zie pagina 922 van Nicolaes Witsens Tartarye.

(15) Zie het Groot Placaetboek, volume 3, pag.291.

(16) Zie het Groot Placaetboek, volume 3, pag.291 en 292.

(17) Zie het Groot Placaetboek, volume 3, pag.293 en 294.

(18) Zie het Zuid-Afrikaanse proefschrift van C. de Jong, Geschiedenis van de oude Nederlandse walvisvaart, deel twee (Bloei en achteruitgang 1642-1872). Universiteit van Suid-Afrika te Pretoria, 1978.

(19) Zulke tabellen hebben werkelijk bestaan. In de wandelgangen worden ze de “Amsterdamse lijsten” genoemd. Iedere historicus verwijst ernaar, maar iedereen schrijft elkaar na en uiteindelijk verwijzen ze allemaal naar Hermann Wätjen, die in zijn boekje “Zur Geschichte” beweert dat deze handschriftliche Registern in het Amsterdams stadsarchief moeten liggen.

Zie hier de betreffende bladzijde van dat Duitse boek.

Nou, die registers hadden wij maar wat graag ingezien. Daarbij hebben we de onderste steen boven gehaald. Daarbij gaat onze zeer hartelijke dank uit naar Pieter Flinckenflögel van het Amsterdams Stadsarchief, Marja Goud en Diederick Wildeman van het Scheepvaartmuseum en ook naar hoogleraar Louwrens Hacquebord en Jurjen Leinenga voor al hun hulp bij de zoektocht, maar niemand weet naar welke lijsten of tabellen er verwezen wordt. Helaas, want er schijnt fantastische informatie in gestaan te hebben: welke commandeur op welk schip voor welke reder uitvoer, wanneer hij terugkeerde en hoeveel spek, traan, baleinen en vaten hij bij zich had. Wat hadden we dat graag van Willem de Vlamingh geweten!! Misschien komen deze vermiste “Amsterdamse lijsten” ooit nog eens boven water.

Foto uit het E-boek van J.R. Bruijn en L. Hacquebord Een zee van traan.

 

(20) Marieke Mak van het Gemeente Archief te Zaanstad was zo vriendelijk om hun exemplaar voor ons te scannen.

(21) Zie het Groot Placaetboek, volume 3, pag.295.

(22) Wie meer te weten wil komen over wat er allemaal gebeurde rond 19 en 20 augustus van het jaar 1666 leze met smaak de prachtige boeken die hierover verschenen zijn. Ten eerste een degelijk wetenschappelijk werk dat bekroond werd met de Lutineprijs: 1666. De ramp van Vlieland en Terschelling. Anne Doedens en Jan Houter. Uitgeverij Van Wijnen - Franeker, 2014. Ten tweede een leesbaar publieksboek: 1666. Het Vlie brandt. Anne Doedens en Jan Houter. Uitgeverij Van Wijnen - Franeker, 2014. En tot slot een schitterend geïllustreerde historische roman voor jong en oud: De ramp van 1666. Kitty Nooy. Uitgeverij Flevomedia Harlingen, 2014.

(23) Naast Louis Quickelenburch zijn dat Isaack Jan Nijs, Gerard de Leeuw en Louis Craijers.

(24) Zie in het 38ste deel van het Economisch en sociaal historisch jaarboek (Den Haag, Martinus Nijhof, 1975) het artikel Jonas vrij van Dr.J.R. Bruijn en C.A. Davids (pagina 167-168).

(25) Deze reders komen ook ergens rond 19 of 20 maart 1669 samen bij notaris Gerrit Steeman. De akte gaat dan over de verdeling van de schepen. We lezen iets over 3/16de part aan het fluitschip Den Arent, 3/16de part aan het galjoot De witte valck en 3/16de part aan het galjoot De fenicx. Voor de rest is de akte erg beschadigd. (Zie in het Amsterdams Stadsarchief de notariële akten 5075, 2625A, pagina 91).

(26) De reders hadden ook dit keer geen geluk, want De Jonge Prins van Claes Schoon is direct bij het uitzeilen in het Vlie aen de gront vastgeraackt. Zie de akte van 17 mei 1669 bij notaris Adriaen Lock (in het stadsarchief van Amsterdam).

(27) Deze laatste twee conclusies worden in ieder geval getrokken voor de periode 1660-1664 in het artikel Jonas vrij van Dr.J.R. Bruijn en C.A. Davids (pagina 173 en 176). Zie het 38ste deel van het Economisch en sociaal historisch jaarboek (Den Haag, Martinus Nijhof, 1975).

(28) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 23 juli 1671.

(29) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 29 september 1674.

(30) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 9 mei 1675.

(31) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 22 augustus 1675.

(32) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 20 augustus 1675.

(33) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 29 augustus 1675.

(34) Zie bij Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 14 september 1675.

(35) Zie in Delpher de Haegse post-tydinge van 1 oktober 1675.

(36) Zie in Delpher de Amsterdamse Courant van 8 oktober 1675.

(37) Zie in Delpher de Amsterdamse Courant van 8 oktober 1675.

(38) In verschillende bronnen wordt naar Willem als walvisjager in 1675 en 1677 verwezen met als bewijs een opmerking uit het notariële archief van het Amsterdamse Stadsarchief (inventarisnummer 1523, fol.186), maar dit gaat over Willem Gerrits Vlamingh!

(39) Zie in het 38ste deel van het Economisch en sociaal historisch jaarboek (Den Haag, Martinus Nijhof, 1975) het artikel Jonas vrij van Dr.J.R. Bruijn en C.A. Davids (pagina 160). Er is een periode geweest dat de Friezen en bewoners van de Waddeneilanden voor de zeevaart relatief sterk op Amsterdam georiënteerd waren (zie pag. 172-173).

(40)  Idem, pagina 145.

(41) Zie in Delpher de Oprechte Haerlemsche Courant van 14 augustus 1677 (Willem arriveerde op 12 augustus in Amsterdam. Er zat altijd iets van vertraging in de berichtgeving).

(42) Louwrens Hacquebord, Encyclopedia of the Arctic. In: Nuttall, Mark (ed.), Routledge (2012), pag. 2140–2141.

(43) Zeilvaart Lexicon van J. van Beylen.

(44) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 23 januari 1678 bij notaris Adriaen van Santen (folio 101 tot 125). Dit is eigenlijk een kopie van een akte van notaris Simon Oosterhoorn te Zaandam, maar die lijkt niet bewaard gebleven.

(45) Zie bij Delpher in de Amsterdamsche Donderdaeghse Courant van 21 oktober 1677.

(46) Zie bij Delpher in de Oprechte Haerlemsche Courant van 23 en 25 december 1677.

(47) Zie pagina 34 van het boek De lage zijde van Ben Stenekes en Jan Houter (Flevodruk Harlingen, 2016).

(48) Zie het artikel Joerde-boeg og mandtal ofuer Nordmend og Finner udj Ost og -West Findmarchen Saa og Paa grentze Finnerne for Anno 1694. In: Finnmark omkring 1700, geschreven door Martha Brock Utne en O. Solberg (Oslo, 1938, pagina 41-42). Na een lange, lange speurtocht kregen wij een scan uit de Bibliothek der Humboldt van de Universiteit in Berlijn toegestuurd via het Internationaal Bibliothecair Leenverkeer.

(49) Auteur C. de Jong beweert in zijn Geschiedenis van de oude Nederlandse walvisvaart dat Willem voor een Rotterdamse rederij werkte - vandaar de verwijzing in de tekst naar een Willem de Vlamingh uit Rotterdam.

(50) Deze wederwaardigheden hebben zeelieden aan Nicolaes Witsen verteld en die heeft het opgetekend in zijn Tartarye.

(51)  Zie pagina 15 van De ontdekkingsreis van Willem Hesselsz. de Vlamingh in de jaren 1696-1697. Door G.G. Schilder. ('s Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1976).

Maak jouw eigen website met JouwWeb