EVERTJE

Hoe een weduwe zich door het leven slaat

Van alle kinderen heeft Willems oudste dochter het langst geleefd en een van haar kinderen, Maria, behaalde ook een hoge leeftijdDeze kleindochter schonk hem zelfs zijn enige achterkleinkind! Maar laten we bij het begin beginnen en dat is op het moment dat de Vlielandse Evertje trouwde met de vijf jaar oudere Claas Boef, die uit een bekende eilander schippersfamilie stamde. Hun huwelijk heeft nog geen tien jaar geduurd. Toch is Evertje na zijn overlijden nooit meer hertrouwd. Ze leefde nog 45 jaar verder als weduwe.

Huwelijk en kinderen

Een huwelijksdatum hebben we niet gevonden. Wel de dag dat Evertje opnieuw als volwassene in de eilanderkerk werd gedoopt bij haar belijdenis op 9 november 1691 en een maand later treffen we de namen van haar en haar man naast elkaar aan, op de dag dat ze allebei als ledematen in de Hervormde kerk van Vlieland werden aangenomen. Blijkbaar zijn ze rond die tijd ook getrouwd, want tien maanden later (1) ziet hun zoon Ysbren het levenslicht. Inderdaad, we hebben naast Casper Willem en Arend nóg een kleinzoon van Willem de Vlamingh teruggevonden!

Evertjen Willems en Claes Boef als lidmaten aangenomen in de kerk van Vlieland in 1691

Deze Ysbren is nooit eerder ontdekt, omdat zijn vader in het Vlielander doopboek omschreven staat als Claes Claesen (zonder Boef) en de naam van zijn moeder door ruimtegebrek is afgekort tot “Eeuwertje Vla” (hetgeen bij achternamen van de moeders wel vaker gebeurde). Hoe oud dit kindje is geworden, is helaas niet bekend. We komen zijn naam verder nergens meer tegen. Twee jaar later kregen zij een dochtertje Maria dat wel bleef leven (2).

Den 12 dito (October) IJsbren Soon van Claes Claesen en Eeuwertje Vla. 

Doopboek Hervormde gemeente Oost-Vlieland, archiefnummer 28, Collectie DTLB - Tresoar, inventarisnummer 0741, aktenummer 3647. Gevonden via Alle Friezen

Het gezin woonde op het eiland in de Groote Straat (nu Dorpsstraat), nummer 96. Dit was het ouderlijk huis van Claas Boef. Net als zijn vader ging hij met vracht op Danzig varen. Als Claes Buff schreef hij zich in 1692 zelfs in als burger (3) van die stad! Tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697) vestigden zich vele Nederlandse schippers in Danzig om onder neutrale vlag te kunnen varen, dat was veiliger.

De Sont in 1726 gezien naar het zuiden. Rechts op de voorgrond Helsingør en kasteel Kronborg. Links de Zweedse kust. (Het Scheepvaartmuseum)

Het was niet nodig om als ingeschreven burger ook daadwerkelijk in Danzig te gaan wonen. Waarschijnlijk is Evertje gewoon in hun huis op Vlieland gebleven. Een blik in de tolregisters van de Sont bevestigt dat Claas tijdens de wintermaanden meestal in Nederland was. Aan het eind van die Negenjarige Oorlog gaf hij ook weer gewoon Fliland op als woonplaats. Dat is meteen de laatste keer dat we Claas Boef in levende lijve tegenkomen. Hij is eind augustus 1699 richting Danzig vertrokken en hoogstwaarschijnlijk niet lang daarna ergens in den vreemde gestorven. Evertje als jonge weduwe achterlatend. Vanaf dat moment zal ze zich dapper als weduwe Boef door het leven slaan.

Claas Boef in de Sonttolregisters

2-6-1692

7-8-1692

31-8-1692 

19-12-1692

Clas Buf                        

Clauss Boef                     

Claes Buff                        

Class Boef     

Dantzig - Londen

Lunden - Dantzig       

Dantzig - Amsterdam

Flissingen - Dantzig

22-7-1693

25-8-1693

20-10-1693

18-12-1693

Claes Boef

Class Boef

Claes Boef

Claes Boef

Amsterdam - Dantzig        

Kønigssberg - Amsterdam

Amsterdam - Dantzig        

Reval - Amsterdam

18-4-1694   

25-5-1694 

27-8-1694

28-9-1694

Claes Boef 

Class Boef

Claes Boeff 

Clas Classen Boef 

Amsterdam - Dantzig        

Dantzig - Dynckircken  

Dunkercken - Dantzig

Dantzig - Amsterdam

2-9-1695

5-11-1695

Clæs Boeff 

Claes Boeff 

St. Ubes - Dantzig

Dantzig - Amsterdam

4-2-1696

20-5-1696

Claus Boeff 

Claus Boef

Amsterdam - Dantzig

Dantzig - Cadix

29-8-1699

Claus Claussen Boef

Amsterdam - Dantzig        

Brood op de plank

Eerder dat jaar, op 10 maart 1699, waren Evertje en Claas al van Vlieland naar Amsterdam verhuisd (4), naar de Herengracht om precies te zijn, op de hoek van de Corsjessteeg (5). Rijst de vraag: Hoe kwam een jonge weduwe met kroost aan de kost nu de broodwinnaar wegviel? Zo te zien beschikte Evertje over een aantal inkomstenbronnen.

Ten eerste had ze aandelen in schepen, deels van haar man wellicht en later uit een erfenis van haar broer Cornelis (6). Aan de verkoop van zo’n scheepsdeel verdiende ze ruim tweeduizend gulden.

1/16 deel van het schip genaamd De Vrouw Rachel (Amsterdams Stadsarchief)

Daarnaast handelde Evertje net als haar broer en neef in obligaties waar ze rente uit trok. Hoewel we er bij lange na niet zoveel tegenkwamen als bij Cornelis liep dat toch in de papieren. Zo was een luitenant ter zee Evertje in 1706 bijvoorbeeld wel 5000 gulden schuldig en kreeg ze in 1710 van een Amsterdamse koopman nog 2000 gulden (7). Aan de hoge bedragen kunnen we zien dat de oudste dochter van Willem goed in haar slappe was zat.

Verder erfde Evertje af en toe iets. Zo lieten ene Hendrik Vierstooker (8) en zijn zoon (9), die allebei op Vlieland woonden, per testament alles wat zij bezaten - niets uytgesondert – aan haar na. En gaandeweg haar leven erfde Evertje een aantal huizen van verschillende familieleden, die zij dan weer verhuurde, hetgeen een vaste bron van inkomsten opleverde.

Dat je als vrouw alleen ook zakelijk moest zijn, bleek toen Evertje na Arends overlijden een huis op de Keizersgracht erfde, gelegen tussen de Westermarkt en Reestraat, alwaar boven de deur staat Soekt het eeuwig Leeven. Arends vader Hendrick Selkart beloofde dit perceel ooit voor 18.750 gulden te verkopen aan de Remonstrantse kerk (10). Maar dit lukte hem zes jaar lang niet, omdat hij de papieren niet rond kreeg. Ondertussen gebruikten de kerkgangers het gebouw zonder te betalen en zij vingen ook huur. Toen de kerk in handen van Evertje kwam, werd het een flinke rel, want de opzieners van de Remonstrantse kerk vonden dat zij rechten hadden, terwijl ze nooit een cent voor het gebouw betaald hadden. Evertje maakte daar korte metten mee. Ze liet zich de kaas duidelijk niet van het brood eten (11).

Hendrick Selkart verkoopt een pand aan de Remonstrantse kerk (1730)

Aan de andere kant had Evertje een royaal hart. Zo nam ze haar zus Aefje in huis en wellicht ook haar zieke vader. Haar verweesde neef Arend heeft zelfs jarenlang bij haar gewoond, net als zijn oudere broer Caspar Willem vermoedelijk toen die als veertienjarige in Amsterdam in de leer ging. Ook stond ze borg voor haar neef Gerrit Post (12). Daar heeft Evertje allemaal geen cent aan verdiend.

Om een muurtje

Tijdens haar leven krijgt Evertje het verschrikkelijk aan de stok met een buurman (13). Het voorval laat zien wat een krachtige vrouw Willem de Vlaminghs oudste dochter is.

 

Al zodra Evertje haar huis aan de Singel betrekt, is het mis. Buurman Jan van Tiel sloopt zomaar de muur van haar achterkeukentje omdat die volgens hem op zijn grondgebied staat. Wanneer Evertje geschoolde werklieden inhuurt om dat te laten onderzoeken, jaagt de buurman hen onder hevige bedreiging weg.

Bergstraat hoek Singel. Het huis op de hoek was van Jan van Tiel, Evertje woonde ernaast

Evertje nodigt daarna een stel dappere timmerlieden uit om een nieuwe schutting voor haar te bouwen, want deze weduwe leeft midden in oktober nog altijd met een open achterkeuken (binnen in het huis is gelukkig ook nog een keukentje, maar toch). Direct daarop komen de vervelende buurman en diens schoonzoon aansnellen en zij rukken de pas gespijkerde planken weer los. De werklieden kunnen niets anders doen dan hun bezigheden staken en Evertje vraagt twee andere mannen om de hele nacht de wacht te houden, zodat de bedreigde schutting niet opnieuw wordt aangevallen.

 

De volgende ochtend om zeven uur komen er minstens veertien personen met hamers, bijtels en andere breekinstrumenten haar terrein op. Zij zijn overduidelijk van plan om Evertjes nieuwe schutting met geweld af te breken. Een andere buurman, die toevallig op dat uur van de dag al bij haar op bezoek is, bedenkt zich geen moment en springt ervoor. Hij roept de mannen meerdere keren op om geen geweld te gebruiken en raadt hen in plaats daarvan aan om naar de rechter te stappen. Ook houdt hij hen voor dat buurmaJan van Tiel toch helemaal geen hinder van de schutting ondervindt en dat Evertje het ding op haar eigen grond bouwt.

De vrouw des huizes biedt daarop direct aan om alles weg te breken mocht de rechter buurman van Tiel in het gelijk stellen. Doch welke vermaningen & waarschouwingen echter geenszins helpen, want de indringers zijn op de voorgemelde schutting aangevallen, scheurende & rukkende de planken af & slaande met stokkenEr ontstaat zo’n dreigende situatie dat de te hulp geschoten vriendelijke andere buurman zich snel uit de voeten maakt.

 

Een van de twee mannen die in de nacht de wacht hielden wordt tegen de grond geslagen en de andere loopt zodanige klappen op dat de stokken aan stukken sprongen. Ondanks alle geweld stort Evertjes dochter Maria zich toch in het gewoel en probeert een van de aanvallers te beletten een plank weg te breken. Moedig grijpt zij de hand waarin hij een beitel vasthoudt. Wanneer de man zich losrukt, loopt Maria een verwonding op waaruit zij swaar bloede. Bovendien raken ook haar vingers geweldig gekneust en geblesseert. Ondertussen roept de man: vroumense hou je handen weg of ik hak ze af.

Bergstraat 6 met gevelsteen "De Korenmaat 1724".
Foto  in 1939 gemaakt door C.F. Jansen (1895-1961)

Het gaat er duidelijk ruig aan toe op die bewuste ochtend. Uiteindelijk wordt de zaak in de rechtszaal beslecht in het voordeel van Evertje, maar daarmee is het geschil niet voorbij. Direct stuurt de vervelende buurman opnieuw een notaris op Evertje af omdat hij klachten heeft over de dakgoten. Dat de weduwe echter totaal niet bang is voor deze man, blijkt uit het feit dat zij twee weken later een tweede pand koopt, pal aan de andere kant van de gebouwen waar Jan van Tiel de eigenaar van is! Ze was al net zo’n stoer wijf als haar moeder Willempie. Als zeemansvrouw moest je behoorlijk onafhankelijk zijn. Evertjes nieuwe huis op Bergstraat nummer 6 had de afbeelding van een korenmaat in de gevel en die is nog niet zo lang geleden (in 2018) geheel gerestaureerd.

 

Saillant detail is nog wel dat de bewuste buurman direct de nieuwe bewoner ging lastig vallen zodra Evertje haar oude huis verkocht. De kopers waren een pas getrouwd stel, waarvan de bruid al na drie maanden plotseling stierf. Toch stond Jan van Tiel een paar weken daarna alweer op de stoep om over zijn gootjes te klagen. Uit een akte van nog twee jaar later blijkt dat de nieuwe bewoner zich gelukkig niets van al het gezeur heeft aangetrokken en gewoon zijn eigen gang ging.

Ga naar de website over Amsterdamse gevelstenen voor meer achtergrondinformatie

Het legaat van 34.000 gulden

Wanneer Cornelis sterft laat hij aan de dochter van Evertje een legaat na van 34.000 gulden. Een duizelingwekkend groot bedrag, zeker voor die tijd. Het legaat is voor de dochter van Evertje, maar als Maria sterft dan gaat het naar Evertje zelf en naar degenen die Evertje in haar testament begiftigt en begunstigt.

 

Dus gaat Evertje in de jaren na het overlijden van Cornelis druk aan de slag met het opstellen van haar testament (14) en dan vooral met de juiste verdeling van die 34.000 gulden. Het is interessant om eens een blik te werpen op de indrukwekkende lijst van begunstigden:

1) Nicolaas Witsen Jonaszoon (regerend schepen)                                                 4.000 gulden

2) diens zus Catharina Witsen, vrouw van Gerrit Hooft Gerrits (schepen)        4.000 gulden

3) Nicolaas Witsen (den heer president scheepen)                                                  4.000 gulden

4) Nicolaas Warin (resident = diplomatiek vertegenwoordiger)                           2.000 gulden

5) Pieter de la Court (secretaris)                                                                                2.000 gulden

6) Elisabeth Blocquerie van Hendrik Lijnslager (kapitein bij de admiraliteit)      2.000 gulden

7) mevrouw Blocqerie, vrouw van Hogenhouck (burgemeester te Leiden)         2.000 gulden

8) Jacob Hooft Gerrits (secretaris)                                                                             2.000 gulden

9) haar neven Willem, IJsbrand, Cornelis,

    en nichten Neeltje, Anna en Catrina Beth (ieder 1.000), dat is tesamen        6.000 gulden

10) haar neef Gerrit Post en haar nicht Cornelia (Keetje) Post (elk 3.000)         6.000 gulden

                                                                                                                                        --------------------

                                                                                                                                      34.000 gulden

Kijkend naar deze lijst lijkt het erop dat de oudste dochter van Willem de Vlamingh zich in de hoogste regionen van de maatschappij begaf. Dat ze omging met burgemeesters en secretarissen. Ook komen we een bekende naam tegen: Nicolaas Witsen, maar de man die Evertjes vader ooit op expeditie naar het Zuydland stuurde, was bijna twintig jaar hiervoor al kinderloos gestorven.

 

Verder laat Evertje haar huis na aan haar nichtje (15) Keetje (Cornelia Post), als dank voor haar getrouwe diensten en oppassingen in sieckte en gesondhijd. Het zestienjarige meisje woonde als dienstmeisje bij Evertje in en verzorgde haar.

Ondertrouw van Cornelia Post waarbij zij geassisteerd wordt door haar motje Evertje Vlaming

Behalve het huis krijgt Keetje volgens Evertjes laatste testament ook nog alle den huysraad, meubelen, inboedel, kleederen, porcelijnen, goud, silver, juweelen en cleijdodien, niets uitgesondert, soo op Vlieland als ten haaren huisen alhier. Evertje had dus óók nog een huis op Vlieland! Zou ze daar af en toe heengegaan zijn? Hoeveel voetstappen hebben de kinderen van Willem de Vlamingh op dat prachtige eiland liggen?

 

Hoe dol Evertje op haar nicht Keetje is geweest, blijkt ook in 1744 als het meisje trouwt (16). Omdat haar beide ouders al zijn overleden wordt zij geassisteerd door haar motje (= tante) EvertjeKeetjes tante overlaadt het meisje met een lange lijst van dure bruidscadeaus. Toch gaat niet alles wat Evertje bezit naar Keetje. Ze maakt een uitzondering voor de vollen Damasten en andere lappen stof. En haar gouden ketting met de medaille is voor het kind van Maria, Evertjes kleinzoon! Waar haar dochter zelf bijna niets krijgt, laat ze een gedenkpenning na aan Maria’s zoon (17).

Twee nagelaten medailles in het laatste testament van Evertje Vlaming weduwe Boef in 1739

Zou dit de medaille zijn die telkens in alle testamenten speciaal vermeld wordt en die alle familieleden zo trouw aan elkaar doorgeven? Cornelis verdiende hem als admiraal van de retourvloot. Hij liet hem na aan zijn neef Arend. Toen die stierf kreeg zijn tante en “peetje” Evertje dit kostbare erfstuk en na haar dood wil zij het nu aan haar kleinzoon nalaten. Zo’n zelfde medaille als die haar vader Willem de Vlamingh wellicht ooit kreeg, want ook hij kwam als oppercommandeur van de retourvloot terug. Of is de VOC pas later met die traditie begonnen?

 

Het vermoeden dat ook Willem de Vlamingh een medaille voor zijn diensten kreeg, wordt versterkt wanneer we lezen dat Evertje nóg een ketting met medaille heeft! Aan de heer secretaris Nicolaas Witsen schenkt ze namelijk haaren anderen gouden medaille. Wellicht heeft Willem de Vlamingh dus echt een medaille gekregen voor zijn reis naar het Zuydland, die tocht was tenslotte véél spannender en belangrijker dan al die retourvloten. In dat geval lijkt het ons het meest logisch als Evertje deze als oudste dochter van haar vader heeft geërfd.

 

Waar de medailles ook mee verdiend waren, wij krijgen de indruk dat ze symbool stonden voor al het heldhaftige zeewerk dat Willem en Cornelis in hun leven hebben verzet. Mooie gedachte dat Evertje er eentje aan haar kleinzoon wilde doorgeven. Het toont hoe trots alle familieleden hun hele leven zijn geweest op de prestaties die Willem en Cornelis ooit leverden.

Na haar dood

Evertje Vlaming sterft op 15 november 1744 (18) in haar huis aan de Singel. Haar lichaam wordt drie dagen later per boot overgebracht naar Vlieland, alwaar zij is begraven. Diezelfde dag nog staat er in de eilander boeken bij 22 november: Ontfangen voor ‘t Regt van Begraven (een boete van) dartig gulden van ‘t Lijk van Evertje Vlamingh van Amsterdam alhier gebragt.

Op 18 november 1744 betaalde de familie 5 gulden boete om Evertje elders te mogen begraven (Boetes op begraven)

De andere zeven doden op die bewuste bladzijde worden - net als toen bij Cornelis en Arend - allemaal pro deo begraven. Misschien is dat toeval. Wellicht ook vertelt het ons hoe ver de kinderen van Willem de Vlamingh het geschopt hebben, terwijl ze toch hun afkomst nooit vergeten zijn en allemaal terugkeerden op deze thuisbasis. Zouden ze trouwens bij elkaar in een en hetzelfde familiegraf zijn gelegd? Toch jammer dat we van geen van hen precies kunnen achterhalen op welke plek ze ter aarde zijn besteld. Of misschien zijn ze allemaal wel heel chique in de kerk op Vlieland te rusten gelegd? Wat wij vermoeden, want dertig gulden was toen de hoogste belastingklasse!

Voor Maria was het een bittere pil dat haar moeder bijna alles aan Keetje had nagelaten. Uiteindelijk praatten Maria en haar man net zo lang op het meisje in dat zij van haar erfenis afzag. Keetje werd namelijk verteld dat de toestand van de boedel zodanig was, dat wanneer de lasten en de schulden ervan afgetrokken waren er niets meer van overbleef (19). In plaats daarvan koos Keetje voor de 6.000 gulden die haar in ruil aangeboden werden (20).

Handtekening Evertje Vlaming weduwe Boef

Tot slot kunnen wij melden dat dertig jaar na Evertjes overlijden het legaat van Cornelis van 34.000 gulden keurig verdeeld is volgens haar laatste wens. Men verkoopt alle obligaties en keert het geld uit aan de rechtmatige erfgenamen (21). Er zijn echter inmiddels zoveel nieuwe afstammelingen bijgekomen, dat van het royale bedrag per persoon niet veel meer overblijft. Zo krijgen bijvoorbeeld alle kleinkinderen van Pieter de la Court elk nog geen honderd gulden, terwijl het al die tijd een reusachtig groot bedrag heeft geleken.