INVENTARIS INBOEDEL AREND
29 augustus 1738 door notaris Jan Ardinois
Staat en inventaris, van de goederen en effecten, mitsgaders van de schulden en lasten, en zulks van den boedel, door Arent Vlaming Selkart, met ‘er dood ontruymt in nagelaten, zo als dezelfde op zyn overlyden den 14 Juni 1737 is bevonden; gemaekt en beschreven, ten verzoeke en volgens de aengeeving van Juff Evertie Vlaming weduwe van Claes Boeff, geinstitueerde erfgename (# voor d’eene helft, en mede erfgenaeme ab intestato van de helft in de wedehelft) van dezelve Arent Vlaming Selkart volgens testament den 23 January 1731 ten overstaen van de notaris Mr. Mathys van Son en getuijgen gepasseert.
En is deze inventarisatie geschied op den 29e Augustus van den Jaere zeventienhondert agtendertig door en ten overstaen van my ondergetekende Jan Ardinois openbaer notaris te Amsterdam in manieren als volgd –
Eerst en vooraf werd alhier genoteert, dat de overledene Arent Vlaming Selkart met en benevens de inventariente Evertie Vlaming tezamen erfgenaemen gebleven zynde van hunne oom en broeder wylen den Heer Cornelis Vlaming by verdeeling des gemeenen boedels van dezelve Cornelis Vlaming en zyne vooroverleden huijsvrou Constantia Soreau, en volgens acte van scheyding op 21 april 1736, ten overstaen van de notaris Mr. Mathys van Son en getuijgen opgeregt (?),aen haer inventariente en gemelde Arent Vlaming Selkart is aengereekent, en toegescheyden, eerstelyk het beloop van ‘t huys en Erve op de Cingel door wylen Cornelis Vlaming bewoond geweest en (nadat hetzelve in publieque veyling was opgehouden,) door de inventariente particulier aengenomen, ter somme van sesenveertig duijsend en seshondert guldens, mitsgaders diverse andere posten breder op de voornoemde scheyding gespecificeert, (waervan eenige mede door Arent Vlaming Selkart particulier zyn aengenomen en andere by aflossing of verkoop tot geld geworden, om de nagemelde Legaten en lasten te voldoen), –
hebbende de geheele aendeeling voor de inventariente en gemelde Arent Vlaming Selkart te zamen belopen zo als by de scheiding blykt, de somme van hondert een en twintig duysend een hondert agt en zeventig guldens en zeven stuyvers
121178:7
Edog van welke Erfenisse heeft moeten werden uytgekeert en voldaen volgens testament van gemelde overledene Cornelis Vlaming aen de inventariente Evertie Vlaming voor de geprocelegateerde (?) meubelen huysraat en inboedel goud silver & (doorgehaald) 13216:8
Aen Maria Boef voor een Legaat volgens testament als boven 34000
aen de dood en rouw – schulden en begravenis van Cornelis Vlaming, met extra onkosten op ‘t Vlie & 2450
het pralegaat van de goude ketting en klederen van Cornelis Vlaming, aen Arent Vlaming Selkart besproken en op de gemelde scheiding aengerekent tot 826
voor het regt ter collatirale successie zo wegens de nalatenschap van Cornelis Vlaming als van het vrugtgebruyk wegens zyn overleden huysvrouws goed betaeld
4219:9
-------------------------
54.792:17
blijft wegens de nalatenschap van Cornelis Vlaming volgens de bovengemelde scheyding [121.178:7 – 54.792:17 =] 66.394:10
waerby komt
het Huijs en Erve door de gemelde Cornelis Vlaming na de dood van zyne huysvrouw gekogt ‘t welk nog in wezen is staende en gelegen op de Cingel aen de hoek van de treeftsteeg, inkoops gekost hebbende 12.500
dus 78894:10
dog tot den aenkoop van welk laetstgemelde huys door de overledene Cornelis Vlaming is opgenomen, na de dood van zyne huysvrouw, en dus zynen boedel belast met het volgende, namelyk
(van den Heer Nicolaes Warin bankgeld en courant geld) 20848:2
gelyk hy Cornelis Vlaming ook nog heeft gekogt na de dood van zyne huysvrou een dubbeld snoer paerlen ‘t welk door hem is vereert aen Maria Boef weduwe de graaf, kostende 1372
22.220:2
En dus het overschot of de Erffenis van Cornelis Vlaming voor Evertie Vlaming en Arent Vlaming Selkart tezamen [66.394:10-22.220:2 =] 56.674:8
Welke Erffenis nog belast blyft met een Jaerlyks Legaat van f.100:- door Cornelis Vlaming aen de dienstmaagd Macasser besproken haer leven geduurende
Zo dat het geene Arent Vlaming Selkart van zynen oom geerft heeft bedraagt onder belasting voor de helft vant gemelde Jaerlyks Legaat een somme van
[de helft van 56.674:8 =] 28.337:4
Waer op door hem Arent (doorgehaald Selkart) Vlaming Selkart reets in deeling, of voor zyn reekening is aengenomen
1/16 part in ‘t schip de vrouw Rachel capitein Marten Swaan, op de bovengemelde generale scheyding gesteld tot 2128
Een derde part in de traankokerye te Oostzaan mede op de scheyding gementioneerd voor 3000
de obligaties of schult ten lasten van zynen vader Hendrik Casper Selkart, mede volgens de scheyding 2308:2
het restant van een schult ten laste van hem Arent Vlaming Selkart tot
902
Een obligatie ten laste van een particulier (waer van Evertje Vlaming een even gelyke voor haer rekening heeft genomen) 2000
de ½ in ‘t fluytschip de Juffrouw Maria capitein Jan Souw (?) onder directie van Arent Vlaming Selkart genavigeert hebbende, ‘t welk inkoops gekost heeft voor zyne helft 9.933:4.8
en na wederverkoop 10.338:2
volgens reekening zoveel minder gerendeert heeft daerop wegens zyne helft schade is gevallen 3829:9
voor premie van asseurantie op ‘t caske van ‘t bovengemelde schip de vrouw Rachel
122:12
voor de inkoop van ‘t nagemelde 1/8e part uit schip de Jacoba Geertruyd schipper Gerrit Abselon met depressie van asseurantie zamen 1740:17
Voor den inkoop van ‘t nagemelde 1/8e part in ‘t schip de Juff Elisabeth command Cornelis Tromp met de premie van asseurantie 1882:16
voor schade op 1/4e part in ‘t schip de Sophia Alida commandant Reynderts Alberts de Ruyter, betaeld door de inventarient 189:1
Zulks dat het genotene door Arent (Selkart doorgekrast) Vlaming Selkart op deze zyne ooms erffenisse bedraagt 18.061:17
En dienvolgende aen zyn particulieren boedel nog moet verantwoord werden
[28.337:4 – 18.061:17] 10.275:7
dog ‘t welk belast is met de helft van het jaerlyks Legaat van hondert guldens hierboven gemeld
buyten welke, aen hem Arent Vlaming Selkart, op zyn overlyden, uyt het onverdeelde wegens zyn ooms nalatenschap competeerende, ter somme van 10.275:7 nog in wezen bevonden en door hem nagelaten is
Eerstelyk de helft in ‘t hier voorgenoemde huys en Erve op de Cingel aen de hoek van de treeftsteeg door Cornelis Vlaming na de dood van zyn huysvrou aengekogt
de goude ketting, en klederen door Cornelis Vlaming aen Arent Vlaming Selkart gelegateert, hiervooren gesteld op f.826
Een bodemary brief in dato 12 November 1735 door capitein Ad Waag gaende na bayonne getekent dewelke verdient maer nog niet afgelost is ter somme van f.275
Een obligatie van dezelve Waag in dato 19 december 1736 lopende a 4 Jr (?) f.275
interessen van beyde deze posten betaelt voor een jaer reeckenen (?) 1737 is f.221
Een ampt obligatie van Arent Vlaming Selkart, waer voor ten compoire van den ontfanger Geelvink bekomen is 12 september 1737 f.458:16
Pr (?) rest van zyn te goed hebbende wegens het ampt in de Lombert is ontfangen f.225 dog waervan de 100 a 200 penningen 1737 is afgetrocken f.127:10 rest f97:10
Drie paerden en een oude Chaise, waervan by verkoop is geprovenieert f.300
Een faëton zeer slegt voor welkers herstelling te quaat is f.65 – en een Narreslede met twee boomen
Een agtste part in ‘t schip genaemd de Jacoba Geertruyd schipper Gerrit Abselon
Een agtste part in ‘t schip genaemd de juff Elisabeth commandeur Cornelis Tromp
voorts is nog in wezen van ‘t geen Arent Vlaming Selkart wegens de nalatenschap van zyne vader Hendrik Casper Selkart had becomen –
het Huys en Erve binnen deze stad op de keysersgraft bezuyden de Westermarkt genaemd het Eeuwige Leeven.
Een Huys en Erve op Oostvlieland aen de Lage zyde waer in Hendrik Casper Selkart gewoond heeft
Een huys en grond steande als vooren aen het bevengenoemde – huys, genaemd slands welvaren
Een out huys staende als vooren op de hoek van de molenstraat
Vijf obligatien ten lasten van ‘t gemeenelands comptoir alhier te Amsterdam tezamen inhoudende 4333:17 capitael; dog welke verpand zyn onder Cornelis van Liesvelt voor een somme van 4000 – capitael (buyten de interessen. Eenige meubelen op ‘t Vlie van weynig waerde mitsgaders
Een Oostindische kist met koper beslag waerin Een silvere theeketel met zyn lamp & Confort, een silvere koffy kan – twaelf silvere lepels – twaelf dito vorken – elf dito hegten (?) van messen – twee dito soutvaatjes – een boekje met schildpad
Wyders is by de overledene bevonden –
Een paar goude gespen – een ring met een rode steen – een japanse rotting – een silvere degen – een paer silvere gespen – een rotting met porcelyne knop en twee slegte degens – en eenige linnen en wollen klederen
Van Casper Willem Selkart des overledens broeder in Oostindien gestorven is voor hem Arent Vlaming Selkart overgekomen – ses silvere messen – ses dito lepels – ses dito vorken – een schenkbord met een wapen – een paer goude broeksknopen – een paer silvere knoopen met agaat – een tabaksdoos – eenige boomstenen knoopjes
Eyndelyk is nog in wezen
Een Huys en Erve op ‘t Vlie, aen de Lage zyde den 17 Januari 1730 opgedragen –
En d’eene helft van het derde part in de traankokery &en te oostzanen dewelke door Arent Vlaming Selkart was aengenomen zo als hiervooren staat gemeld tot f.3000
en waervan de andere of wederhelft door hem by zyn leven is verkogt
hetgeen by d’oostindische Compagny wegens Casper Willem Selkart voor maendgeld te goede mogt zyn – Memorie
als ook t geen by de admiraliteyt wegens Hendrik Casper Selkart mogt te goede wezen – mede memorie
Lasten en schulden van den overledene en desselfs boedel door den inventariente zo by het leven van hem Arent Vlaming Selkart voor hem en zyn overleden vader, als na zynen dood betaeld. Namelyk
Van den 9 May 1710 tot 30 october 1737 volgens de hier agter staende specificatie getekent met Nº 1 en de daertoe beho0rende quitantien f.13484:1:8
Wegens betaelde rekeningen voor Hendrik Casper Selkart en zyne vrouw en kinderen zedert 7 april 1707 tot 28 Janury 1737. Naluyd de lijst of specificaties hier agter volgende, getekent met Nº 2 f.3614:5
Nog voor rekeningen van hen Arent Vlaming Selkart particulier en als erfgenaem van zyn vader zedert van 22 January 1737 tot 29 November van ‘t zelve
f.17098:6:8
Jaer betaeld staende op de specificatie hier agter geschreven, en gequoteert met Nº 3
f.1739:8
Wyders betaelde reekeningen ten lasten van Arent Vlaming Selkart; na zyn dood door de inventariente betaeld zedert 17 January 1738 mede volgens de notitie hier agter gesteld Nº 4 f.3513:13
Aen doodschulden en begravenis kosten volgens de specificatie hieragter Nº 5
f.1370:18:8
Voorts de betaelde reekeningen wegens de Commisaris Selkart zedert 20 december 1736 tot 31 Januari 1738 Nº 6 f.813:11
Voor het regt der Collaterale successie van Arent Vlaming Selkart is betaeld
f.2126:12:8
f.26662:9:8
Nog is door Arent Vlaming Selkart opgenomen by mevr de weduwe voogd [wie is dat?] dewelke dienvolgende ten lasten van dezen boedel te pretendeeren heeft aen Capitael (buyten de verloopen interessen) f.3000
De Inventariente Evertie Vlaming heeft ook te pretendeeren voor hetgeene Arent Vlaming Selkart heeft genoten geduurende zyn wooning en onderhoud by haer, na de dood van zyne moeder. Namelyk
voor zakgeld in de jaeren 1730, 1731 en 1732 a f.2 per week, is voor drie mael 52 weken f.312
voor dito in de jaeren 1733 en 1734 a f.3 ‘s weeks f.312
voor drie jaeren kostgeld van November 1732 tot november 1735 a f.400 ‘sjaers
f.1200
voor 1½ jaer dito zedert november 1735 tot zyn dood in Juni 1737
f.1000
De practisyns reekening en ‘t verschot aan mond en reys kosten gedaen door Cornelis en Evertje Vlaming ter verkryging van de legitine protie voor de overledene ten tyde dat zynen vader met Tryntje Pelles trouwen wilde, die tezamen wel f.900 of f.1000 zullen belopen en nog niet net opgenomen zyn – memorie
Werdende hetgeen de Inventariente voor haer zwager de Commissaris Selkart in den tyd te wegen bragt en verschoten heeft, hier niet gemeld of gespecificeert uyt discretie, maer egter haer regt desaengaende gereserveert.
Aldus geinventariseert en beschreven zoals in den hoofde des staat gemeld verklaerende de voornoemde Inventariente Evertie Vlaming weduwe Claes Boeff hier op te hebben gebragt en doen stellen alle hetgeene tot de nalatenschap van wylen Arent Vlaming Selkart specteerd. zonder haer ‘s wetens iets te verswygen veel min ter quade trouwe agter te houden. belovende egter en aen zig reserveerende om indien nog wat tot haer kennis mogt komen den voornoemde boedel concerneerende ‘t zy tot voordeel of Last vandien, hetzelve te zullen en te komen (?) aengeeven en dezen inventaris te amplieren gelyk zy ook presenteerde om ten allen tyde des gerespureert (?) de deugdelykheyt van haere aengeeving met Eede te bevestigen
Ondertekent door Eewertie Vlaming wedeuwe Claas Boef
Maak jouw eigen website met JouwWeb