NOTEN (bij Zuydland)

(1) In het logboek van Willem de Vlamingh staat dat er 70 á 80 scheepssoldaten meegingen naar de wal. Dit is best een hoog aantal, vooral omdat er oorspronkelijk bij vertrek uit Nederland “slechts” 33 soldaten aan boord waren en bij aankomst in Batavia is er in de boeken nog steeds sprake van precies 33 militairen (en geen overleden soldaten). Dus we vermoeden dat ook andere bemanningsleden van een geweer werden voorzien en dat Willem de Vlamingh zo tot dit hoge aantal “scheepssoldaten” kwam.

(2) Nationaal Archief te Den Haag: 1.04.02, inventarisnummer 1587, pagina 522 en 674.

(3) Zie: Journaal wegens voyagie, Gedaan op order der Hollansche Oost-Indische maatschappy in de Jaaren 1696 en 1697 door het Hoekerscheepje de Nyptang, het schip de Geelvink, en het Galjoot de Wezel, na het onbekende Zuid-land, en wyders na Batavia. Wij gebruikten het exemplaar uit het Scheepvaartmuseum te Amsterdam (pagina 23).

(4) Met dank aan Diederick Wildeman van het Scheepvaartmuseum, die ons leerde dat het woord schuit in die tijd strikt gereserveerd werd voor een sloep en dat een galjoot - eenmaal met zijn zeilen plat op het water - niet meer zelf overeind kon komen. ‘t Weseltje is dus niet omgeslagen, maar een van de sloepen (met een zeil).

(5) Zie ARSIP Nasional Republik Indonesia: Marginalia to the Daily Journals, file 2517, folio 222-223.

(6) Zie Copie consumptie reeckening van de schepen de Geelvinck, Nijptangh, 't Huijs ten Duijne, 't weseltje, Vosmaer, Isselmonde, 's Lantswelvaren, Grimmesteijn, Donckervliet, Overnes, de Crab, Meresteijn, Isselt en de Waelstroom bij het Nationaal Archief te Den Haag. Onder VOC: Overgekomen brieven en papieren, 1.04.02, inventarisnummer: 1587, (Katern: Batavia Pagina 516-545).