NOTEN (bij Batavia)

(1) Zo blijkt uit een particuliere missive van de gouverneur-generaal van Batavia aan de Heren XVII van 30 november 1697.

(2) In 1705 ontdekte ene schipper Jacob Weyland met het schip de Geelvinck een grote baai op de Noordwest kust van Nieuw Guinea en noemde het de Geelvinkbaai.

(3) Zie bij het Nationaal Archief te Den Haag onder VOC de rubriek Overgekomen brieven en papieren, 1.04.02, inventarisnummer: 1589, (Katern: Batavia, pagina 1232 (= scan 125)).

(4) Het logboek dat Cornelis bijhield wordt bewaard door het Nationaal Archief in Den Haag en is dus nog altijd na te lezen: Copie daghregister gehouden bij den commandant stierman Cornelis de Vlamingh in 't galjoot 't Weseltje in de reijse van Batavia naer 't eijlandt Monij en wederom van 12 Maij tot 17 Junij 1697. VOC: Overgekomen brieven en papieren, 1.04.02, inventarisnummer: 1587, (Katern: Batavia Pagina 689-703 (= scan 713)).

(5) Uit een particuliere missive van de gouverneur-generaal van Batavia (Willem van Outshoorn) en de raden van Indië aan de Heren XVII van 30 november 1697 bleek dat het weldegelijk de bedoeling was geweest dat de schippers met het eerste de beste retourvloot terug naar Nederland zouden gaan om mondeling verslag uit te brengen van hun wederwaardigheden, maar dat zij uijt Bengale met haer scheepjens de Geelvinck en Nijptang nog niet sijn geretourneert.

(6) Zie Marion Peters in haar boek De wijze Koopman, Uitgeverij Bert Bakker, december 2009, pagina 92.

(7) Volgens de brief van de gouverneur-generaal en raden van de VOC op 30 november 1697.

(8) Brief van 30 november 1697.

(9) Volgens W.C.H. Robert in Willem de Vlamingh’s explorations of Australia, 1696-1697 (Amsterdam, Philo Press, 1972) maakte de Vlamingh slechts een error of about 10 minutes in his observation. Gezien de beperkte middelen van die tijd, was dat behoorlijk nauwkeurig!

(10) Deze brief werd al in 1699 uitgegeven door de Royal Society of London. In Philosophical Transactions. (Early Letters W3 54). Volgens een degelijk artikel van E. Charles Nelson in de Archives of Natural History (1994) 21 (2): 147-167, dat ons heel vriendelijk door de medewerkers van het Maritiem Museum in Rotterdam werd toegestuurd, wijkt de gepubliceerde brief hier en daar iets af van het origineel. Daarom houden wij de transcriptie van E. Charles Nelson aan.

(11) Zie de brief aan Gijsbert Cuper uit 1698 (dus nog voordat Nicolaes Witsen Willem de Vlamingh had gesproken) in De ontdekkingsreis van Willem Hesselsz. de Vlamingh in de jaren 1696-1697. Uitgegeven door G.G. Schilder. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1976, pagina 291.

Maak jouw eigen website met JouwWeb