(1) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 4 januari bij notaris Gijsbert van Schoonderwoert. Hij noemt haar Aagje Vlamingh en zij ondertekent zelf met Aaltien Vlamingh, wij houden voor de leesbaarheid consequent haar doopnaam Aefje aan.

(2) Zie het smakelijke artikel Ergerlijk-komisch nepotisme van Dr. Eppe Wiersum in het Rotterdams jaarboekje van 1946 (de pagina's 43 tot en met 48) en de archieven van de Amsterdamse notaris Pieter Schabaelje van 23 juli 1701.

(3) Zie bijvoorbeeld de akte van Adrian Baars (Stadsarchief Amsterdam: archiefnummer 5075, inventarisnummers 8571, pag.1455 en 1189) en bij notaris Mr. Mathys Maten de Jonge de aktes van 28 oktober 1724 en 13 november 1724. Hendrik Caspar Selkart wordt hierin omschreven als Commissaris extra-ordinaris ter Monsteringe en Commies ter Recherche op de uyterste wagt aldaar in ‘t Vlie.

(4) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 29 augustus 1738 bij notaris Jan Ardinois.

(5) Op 20 april 1710. (Bron: Doopboek Herv. gem. Oost-Vlieland, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0741).

(6) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 29 augustus 1738 bij notaris Jan Ardinois. Het geld wordt betaald aan ene Nic Struijck, voor Casper van 1722 tot 1724 en voor Arend in de jaren 1727, 1728 en 1733.

(7) Casper werkt van 19 februari 1722 tot 29 april 1724 op dit kantoor, de dag dat zijn werkgever Jeremias Oxford plotseling op 45 jarige leeftijd overlijdt. Vermoedelijk is hij daarna nog bij een andere notaris in de leer gegaan.

(8) Het schip Mijnden vertrekt op 6 december 1728 vanaf Texel via Kaap de Goede Hoop naar Batavia.

(9) Op 5 november 1728 bij Isaak Angelkot en op 25 oktober 1728 gaf hij daar ook een procuratie af (zie Stadsarchief Amsterdam).

(10) Zie het Lidmatenregister Hervormde Gemeente Oost-Vlieland van het jaar 1717, archiefnummer 28, Collectie Tresoar, inventarisnummer 746, aktenummer 1096 - haar sterfdatum is boven haar naam Aefje Willems geschreven.

(11) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de aktes van 31 maart 1730 en 2 februari 1731 bij notaris Mathys van Son.

(12) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 9 januari 1731 bij notaris Mathys van Son. Het gaat om commissaris Willem Gosewyn Frenck.

(13) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 23 januari 1731 bij notaris Mathys van Son.

(14) Op 22 oktober 1731.

(15) Op 1 december 1733. Zie de poortersboeken in Amsterdam nummer 17, bladzijde 43. Wie geen kind is van een poorter en ook niet trouwt met een vrouw die al poorter is, kan dit burgerschap kopen na een aantal jaren in de stad gewoond te hebben. Het geeft een aantal rechten, zo mogen alleen poorters zich aansluiten bij een gilde.

(16)  Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte op 9 september 1737 bij de Amsterdamse notaris Mathys van Son.

(17) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 11 februari 1735 bij de Amsterdamse notaris Mathys van Son.

(18) Zie de handgeschreven brief waarin Arend het overlijden van zijn vader aankondigt aan zijn neef Frans van Limborgh, die als advocaat fiscaal in Den Haag werkte (te bezien in het Allard Pierson Museum).

(19) Op 11 februari 1735 had hij secretaris Jan van den Bergh op Vlieland al gemachtigd bij notaris Mathys van Son om het sterfhuis van zijn vader te verzegelen mocht deze ooit komen te overlijden (zie Stadsarchief Amsterdam).

(20) Zie in het Amsterdams Stadsarchief op 16 november 1735 bij notaris Isaak Angelkot.

(21) Trijn Pelles erft het huis in Dorpsstraat 136. Dit is niet het huis waar Hendrick Selkart ooit met zijn gezin woonde, want dat was het zogenoemde landhuis van de admiraliteit op nummer 59. Het pand op nummer 136 verhuurde hij aan zijn ondergeschikten en nu liet hij het na aan zijn bediende en minnares.

(22) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de akte van 1 mei 1737 bij Isaak Angelkot.

(23) Zo valt te lezen in de inventaris van Arend Vlaming Selkart, opgemaakt op 29 augustus 1738 door notaris Jan Ardinois (zie Stadsarchief Amsterdam). Het stukje over de vierschaar staat op deze bladzijde.

(24) Zie in het Amsterdams Stadsarchief minstens drie relevante aktes op 9 september 1737 bij notaris Mathys van Son.

(25) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de inventaris die na Arends overlijden werd opgemaakt op 29 augustus 1738 door notaris Jan Ardinois.

(26) Idem.

(27) Idem.

(28) Omdat Evertje alles zo nauwgezet bijhield kunnen wij nu zien wat er allemaal kwam kijken bij de begrafenis van Arend.

(29) Zie hiervoor het Kwijtscheldingenboek bij het Amsterdams Stadsarchief van 14 mei 1766.

(30) Zie in het Amsterdams Stadsarchief de inventaris die werd opgemaakt op 29 augustus 1738 door notaris Jan Ardinois.

(31) Eentje in Amsterdam op de Keizersgracht bezuyden de Westermarkt genaemd het Eeuwige Leeven. Verder nog drie huizen op Oost-Vlieland. De eerste aen de Lage zyde waarin Hendrick Selkart gewoond heeft en het huis ernaast genaamd slands welvaren. Plus nog een oud huis op de hoek van de Molenstraat op nummer 122.